Het Chanoekafeest of feest der tempelvernieuwing wordt gevierd in december. Het is een gedenken aan de bevrijding die de Makkabeeën bevochten op Antiochus Epiphanes van Syrië. Na de regering van Alexander de Grote brokkelde het rijk in verschillende stukken uiteen en in Syrië kwam Antiochus IV Epiphanes aan de macht. Na een overheersing van de Ptolermeeën ( Egypte) kwam Israël onder de Seleuciden van Syrië, met Epiphanes aan het hoofd. Deze landen maakte nog steeds deel uit van het grote Griekse rijk. De Grieken ( vanuit Syrië) konden niet aanvaarden dat de joden de besnijdenis hadden. Voor de Grieken was het snijden in iemands lichaam barbaars. Het lichaam was mooi ( zie de Griekse kunst) en daar moest je afblijven. De belangrijkste dingen voor de Grieken waren schoonheid en een sterk, krachtig lichaam. Voor de joden was het belangrijkste G’d zo goed mogelijk te dienen. De Shabbat vonden ze ook gek. Alle dagen zijn toch gelijk? Feesten omwille van de nieuwe maan, daar zagen ze het nut niet van in. Dat was een raar bijgeloof.
Antiochus stuurde aan op een vermenging van de Griekse cultuur en godsdienst met de oosterse godsdiensten. New Age is dus niet zo nieuw! Hij wilde de verschillende volkeren van zijn rijk één maken door hellinisering. Via een rijke familie uit Judea, de Tobiaden, wilde hij de joden laten assimileren. Dit leidde uiteindelijk tot een soort van burgeroorlog doordat de rijke laag van de bevolking pro–Syrisch was en de rest conservatief bleef. Antiochus had de uitoefening van de joodse godsdienst verboden en op de 25ste Kislev 167 v.Chr. een Zeusbeeld geplaatst in de tempel. Ook bracht hij een varken in de tempel en gooide de hogepriester Onias III buiten. Deze werd vervangen door zijn broer Jozua die grieksgezind was. Hij veranderde zijn naam in Jason. Deze wilde ook de naam van Jeruzalem veranderen in Antiochat-Jeruzalem en bouwde gymnasia en sportstadions. Jason werd vervangen door nog fanatiekere grieksgezinde Menelaos. Voor het eerst bepaalde een koning wie hogepriester werd, en dus niet meer door erfelijke afstammeling. Antiochus verbood de Shabbat te vieren en de zonen te besnijden. De tekens van de twee belangrijkste verbonden werden verboden : de wet en de landsbelofte —> zo had Israël geen bestaansrecht meer: Amalek was weer aan het werk! Vooral 2 Makk.6:1-11 vertelt heel sterk hoe de situatie was. Men kan dit alles nalezen in de Makkabeeën boeken ze staan vermeld in de katholieke Willibrordvertaling.
De joden moesten afgoden gaan dienen en Grieks praten. De Grieken richtten sportstadions in. Dat zouden de joden leuker vinden dan de tempel. Hoe zit het met ons?
In 167 v.Chr. stond het volk onder de leiding van de Makkabeeën op tegen dit bewind. Deze opstand begon in een klein dorpje Mode’ien dicht bij Tel Aviv. Een zekere Mattitjahoe uit het priestergeslacht der Hasmoneeën was een belangrijke man en hem werd gevraagd een offer te brengen, opdat dan de rest van zijn dorp ook zou volgen. Mattitjahoe weigerde en een andere jood bracht het offer. Mattitjahoe werd zo boos dat hij die jood doodde, alsook zijn gezin en de Syriërs die dit van hem hadden gevraagd. Samen met zijn vijf zonen vluchtte Mattitjahoe de bergen in en begonnen een succesrijke guerillaoorlog tegen de Syriërs. Na de dood van mattitjahoe nam zijn zoon Juda de zaak over om te vechten voor G’d. Juda slaagde erin de Syriërs te stoppen en kreeg daarom de naam ha –Maqabi , hebr voor strijdhamer.
In 164 v. Chr. Veroverde juda ha-Maqabi het tempelplein en juist op de 25e kislev begon de herinwijding van de tempel. Deze duurde 8 dagen. Daarom zou dit feest 8 dagen gevierd worden.
In dit feest staat de chanoekakandelaar of chanoekia ( achtarmige kandelaar) centraal. Het is weer een huiselijk feest. Ieder mannelijk lid van het gezin heeft zijn eigen lamp en het hele gezin komt erbij staan wanneer onder het uitspreken van de berachot (zegeningen) de lichtjes worden aangestoken. Op de eerste dag één, de tweede dag twee tot ze op de achtste dag allemaal branden; deze achtarmige kandelaar heeft nog een negende arm: de sjamasj of dienaar. Met deze dienaar wordt elke dag een kaars aangestoken. Yeshua is onze dienaar die ons licht geeft, zodat wij op onze beurt licht kunnen verspreiden.
Na het aansteken van de kandelaar wordt de volgende zegening uitgesproken: ‘ Deze kaarsen steken we aan ter herinnering aan de wonderen en de veldslagen die Gij in die dagen leverde voor onze voorvaderen en nu via Uw hogepriesters. Gedurende alle acht dagen van Chanoeka is dit licht geheiligd. We zullen het alleen gebruiken om ernaar op te kijken, om U te danken en Uw grote Naam te prijzen voor Uw wonderen en Uw verlossing.
De traditie rond deze kandelaar zegt: toen de tempel veroverd was door Juda ha–Maqabi bleek alle olie verontreinigd, op één klein kruikje na waarop de zegel van de laatste hogepriester stond. Er voltrok zich een wonder, want het kruikje bleef schenken tot na de acht dagen er nieuwe olie aangevoerd werd.
Leuke woordspelling: Sjabbat, Mila ( besnijdenis) en Neer ( licht, nieuwe maan) werden verboden. Maar G’d doet een wonder en geeft SjeMeN: olie!
Het feest is een huiselijk gebeuren. De ouderen bezinnen zich over het wonder van de verlossingen die G’d toen gaf en ook heden blijft geven. De kinderen doen spelletjes met eetbaar chanoekageld en een roulette– tolletje, waarmee ze hun snoepgoed kunnen verliezen of terugwinnen. Op de zijkanten van zo’n tolletje stonden vroeger in de landen buiten Erets Israël, de hebreeuwse letters N-G-H-SJ: Nees-Gadol-Haja– Sjam: een groot wonder is daar geschied. Oorspronkelijk waren dat de letters van het kansspel Nichts– Ganz– Halb– Stellein ( Duits en Jiddisj). Tegenwoordig staat er in Israël op het tolletje N-G-H-p voor Nees Gadol haja Poo: een groot wonder is hier geschied. Zo’n tolletje heet een dreidl.
Ons land heeft dringend nood aan mannen en vrouwen zoals Juda-ha-Maqabi die opstaan tegen de verontreiniging van ons land. De geestelijke vervuiling van godsdiensten vieren hoogtij. Mag ons land gezuiverd worden van New Age en alles wat de zuivere dienst aan G’d bedreigd.Bron NEM en overgenomen van: http://tealc.forumup.be/viewtopic.php?t=129&mforum=tealc
Antiochus stuurde aan op een vermenging van de Griekse cultuur en godsdienst met de oosterse godsdiensten. New Age is dus niet zo nieuw! Hij wilde de verschillende volkeren van zijn rijk één maken door hellinisering. Via een rijke familie uit Judea, de Tobiaden, wilde hij de joden laten assimileren. Dit leidde uiteindelijk tot een soort van burgeroorlog doordat de rijke laag van de bevolking pro–Syrisch was en de rest conservatief bleef. Antiochus had de uitoefening van de joodse godsdienst verboden en op de 25ste Kislev 167 v.Chr. een Zeusbeeld geplaatst in de tempel. Ook bracht hij een varken in de tempel en gooide de hogepriester Onias III buiten. Deze werd vervangen door zijn broer Jozua die grieksgezind was. Hij veranderde zijn naam in Jason. Deze wilde ook de naam van Jeruzalem veranderen in Antiochat-Jeruzalem en bouwde gymnasia en sportstadions. Jason werd vervangen door nog fanatiekere grieksgezinde Menelaos. Voor het eerst bepaalde een koning wie hogepriester werd, en dus niet meer door erfelijke afstammeling. Antiochus verbood de Shabbat te vieren en de zonen te besnijden. De tekens van de twee belangrijkste verbonden werden verboden : de wet en de landsbelofte —> zo had Israël geen bestaansrecht meer: Amalek was weer aan het werk! Vooral 2 Makk.6:1-11 vertelt heel sterk hoe de situatie was. Men kan dit alles nalezen in de Makkabeeën boeken ze staan vermeld in de katholieke Willibrordvertaling.
De joden moesten afgoden gaan dienen en Grieks praten. De Grieken richtten sportstadions in. Dat zouden de joden leuker vinden dan de tempel. Hoe zit het met ons?
In 167 v.Chr. stond het volk onder de leiding van de Makkabeeën op tegen dit bewind. Deze opstand begon in een klein dorpje Mode’ien dicht bij Tel Aviv. Een zekere Mattitjahoe uit het priestergeslacht der Hasmoneeën was een belangrijke man en hem werd gevraagd een offer te brengen, opdat dan de rest van zijn dorp ook zou volgen. Mattitjahoe weigerde en een andere jood bracht het offer. Mattitjahoe werd zo boos dat hij die jood doodde, alsook zijn gezin en de Syriërs die dit van hem hadden gevraagd. Samen met zijn vijf zonen vluchtte Mattitjahoe de bergen in en begonnen een succesrijke guerillaoorlog tegen de Syriërs. Na de dood van mattitjahoe nam zijn zoon Juda de zaak over om te vechten voor G’d. Juda slaagde erin de Syriërs te stoppen en kreeg daarom de naam ha –Maqabi , hebr voor strijdhamer.
In 164 v. Chr. Veroverde juda ha-Maqabi het tempelplein en juist op de 25e kislev begon de herinwijding van de tempel. Deze duurde 8 dagen. Daarom zou dit feest 8 dagen gevierd worden.
In dit feest staat de chanoekakandelaar of chanoekia ( achtarmige kandelaar) centraal. Het is weer een huiselijk feest. Ieder mannelijk lid van het gezin heeft zijn eigen lamp en het hele gezin komt erbij staan wanneer onder het uitspreken van de berachot (zegeningen) de lichtjes worden aangestoken. Op de eerste dag één, de tweede dag twee tot ze op de achtste dag allemaal branden; deze achtarmige kandelaar heeft nog een negende arm: de sjamasj of dienaar. Met deze dienaar wordt elke dag een kaars aangestoken. Yeshua is onze dienaar die ons licht geeft, zodat wij op onze beurt licht kunnen verspreiden.
Na het aansteken van de kandelaar wordt de volgende zegening uitgesproken: ‘ Deze kaarsen steken we aan ter herinnering aan de wonderen en de veldslagen die Gij in die dagen leverde voor onze voorvaderen en nu via Uw hogepriesters. Gedurende alle acht dagen van Chanoeka is dit licht geheiligd. We zullen het alleen gebruiken om ernaar op te kijken, om U te danken en Uw grote Naam te prijzen voor Uw wonderen en Uw verlossing.
De traditie rond deze kandelaar zegt: toen de tempel veroverd was door Juda ha–Maqabi bleek alle olie verontreinigd, op één klein kruikje na waarop de zegel van de laatste hogepriester stond. Er voltrok zich een wonder, want het kruikje bleef schenken tot na de acht dagen er nieuwe olie aangevoerd werd.
Leuke woordspelling: Sjabbat, Mila ( besnijdenis) en Neer ( licht, nieuwe maan) werden verboden. Maar G’d doet een wonder en geeft SjeMeN: olie!
Het feest is een huiselijk gebeuren. De ouderen bezinnen zich over het wonder van de verlossingen die G’d toen gaf en ook heden blijft geven. De kinderen doen spelletjes met eetbaar chanoekageld en een roulette– tolletje, waarmee ze hun snoepgoed kunnen verliezen of terugwinnen. Op de zijkanten van zo’n tolletje stonden vroeger in de landen buiten Erets Israël, de hebreeuwse letters N-G-H-SJ: Nees-Gadol-Haja– Sjam: een groot wonder is daar geschied. Oorspronkelijk waren dat de letters van het kansspel Nichts– Ganz– Halb– Stellein ( Duits en Jiddisj). Tegenwoordig staat er in Israël op het tolletje N-G-H-p voor Nees Gadol haja Poo: een groot wonder is hier geschied. Zo’n tolletje heet een dreidl.
Ons land heeft dringend nood aan mannen en vrouwen zoals Juda-ha-Maqabi die opstaan tegen de verontreiniging van ons land. De geestelijke vervuiling van godsdiensten vieren hoogtij. Mag ons land gezuiverd worden van New Age en alles wat de zuivere dienst aan G’d bedreigd.Bron NEM en overgenomen van: http://tealc.forumup.be/viewtopic.php?t=129&mforum=tealc
Het is ook mogelijk een PowerPoint presentatie te downloaden over het Chanoekafeest
Geen opmerkingen:
Een reactie posten