Het ‘Comma Johanneum’ is een klein fragment uit de eerste brief van Johannes. Laten we eerst eens lezen wat de grondtekst zegt in:
· 1 Joh 5:5-12 Wie is het, die de wereld overwint, dan wie gelooft, dat Jezus de Zoon van God is? Dit is hij, die gekomen is door water en bloed, Jezus Christus, niet slechts met water, maar met het water en met het bloed. En de Geest is het, die getuigt, omdat de Geest de waarheid is. Want drie zijn er, die getuigen: de Geest en het water en het bloed, en de drie zijn tot één. Indien wij het getuigenis der mensen aannemen, het getuigenis van God is meerder, want dit is het getuigenis van God, dat Hij van zijn Zoon getuigd heeft. Wie in de Zoon van God gelooft, heeft het getuigenis in zich; wie God niet gelooft, heeft Hem tot een leugenaar gemaakt, omdat hij niet geloofd heeft in het getuigenis, dat God getuigd heeft van zijn Zoon. En dit is het getuigenis: God heeft ons eeuwig leven gegeven en dit leven is in zijn Zoon. Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet
Dit tekstgedeelte legt er zeer de nadruk op dat we Jezus moeten accepteren als de Zoon van God. Het is God zelf die hiervan getuigt en volgens dit getuigenis van God ligt de nadruk op het Zoonschap van Jezus. Dit is een sterk argument voor wie niet de nadruk wil leggen op de Goddelijkheid van Jezus; het is tenslotte God zelf die ons zegt dat wij Jezus moeten accepteren als zijn Zoon.
Maar dat is voor het dogma van de drie-eenheid niet het meest vervelende aan dit tekstgedeelte. Er zijn tenslotte zeer veel bijbelteksten die van ons vragen om Jezus te accepteren als de Zoon van God (zie bijvoorbeeld de getuigenissen in Mat 14:33, Mat 16:16-17, Joh 1:34, Joh 1:50, Joh 11:27, Joh 20:31, Hand 8:37, Hand 9:19-20 en 2 Kor 1:19). Het meest vervelende is echter de drie-eenheidachtige formulering in:
· 1 Joh 5:7-8 Want drie zijn er, die getuigen: de Geest en het water en het bloed, en de drie zijn tot één
Als er dus al sprake is van een Bijbelse drie-eenheid, dan betreft het de Geest, het water en het bloed, welke tot één zijn in hun getuigenis dat Jezus de Zoon van God is. Vandaar dat iemand het ooit nodig heeft gevonden om eigenhandig een stukje tekst toe te voegen aan de originele tekst. In vele vertalingen tussen het jaar 1522 en eind 19e eeuw vinden we de volgende formulering:
· 1 Joh 5:7-8 Want drie zijn er, die getuigen [in de hemel: de Vader, het Woord, en de heilige Geest; en deze drie zijn één. En drie zijn er, die getuigen op de aarde]: de Geest en het water en het bloed, en de drie zijn tot één.
De toegevoegde tekst staat in de NBG vertaling van 1951 reeds tussen rechte haken om aan te geven dat de vertalers twijfelen of deze tekst wel de originele tekst betreft. Sindsdien zijn echter vele veel oudere teksten gevonden en dezen maken geen melding van de toegevoegde tekst, die we het Comma Johanneum noemen. Ook maakt geen enkele vroege kerkvader melding van deze tekst, zelfs niet zij die streden voor het dogma van de drie-eenheid. Om al die redenen is het Comma Johanneum ontmaskert als late toevoeging aan de tekst en geen enkele moderne vertaling maakt er nog melding van.
Toch is er veel weerstand geweest tegen de opschoning van de tekst. Want de toegevoegde tekst omschrijft wel heel duidelijk het concept drie-eenheid. Sterker nog; het is zelfs de enige Bijbeltekst die echt aangevoerd kon worden ten bate van de drie-eenheidleer. De weerstand om deze tekst te verwijderen is dus zeer begrijpelijk. Maar juist deze weerstand kan je aan het denken zetten. Als het dogma namelijk echt zo duidelijk uit de Bijbel blijkt als velen je willen doen geloven, waarom was het dan nodig om het dogma in de tekst te zetten? En waarom hecht men nog zo aan deze tekst, zelfs nadat het ontmaskerd werd als niet oorspronkelijk? Het is ironisch dat een tekst, die eigenlijk werd toegevoegd om de drie-eenheidleer onfeilbaar te maken, er vandaag de dag juist toe bijdraagt dat christenen beginnen te twijfelen aan de Bijbelvastheid van het dogma.
Juist de geslaagde toevoeging van het Comma Johanneum en de weerstand die nog steeds wordt gegeven om het te mogen behouden, geven er blijk van dat het dogma kennelijk niet zo duidelijk blijkt uit de Bijbel als men over het algemeen beweert. Men is in ieder geval gerechtigd om naar aanleiding van de ontmaskering van het Comma Johanneum, de Bijbel nog eens nader te bestuderen.
2 opmerkingen:
Waarom toch altijd het Comma Johanneum gebruiken in de discussie over de drie-eenheid? Lees die tekst nu eens in zijn verband. Er zijn drie getuigen, die hetzelfde getuigen. Vlg. de Joodse wet zijn er slechts twee nodig. Daarom is het getuigenis in vs. 11 en 12 waar. Dat is wat Johannes wil zeggen. Eén zijn betekent hier de eenheid van getuigenis en niets meer.
Yeshua stelt in Joh 17:3 dat "de enige ware GOD hem gezonden heeft" en Jezus onderscheidt zich van die enige ware GOD; hoewel 1Cor8:5 stelt dat er vele goden in de hemel zijn net als Ps 82:1 dat doet en zelfs zegt dat GOD temidden van de goden rechtspreekt. Een hoeveel-eenheid zou dat zijn daar in de hemel? Een miljard-eenheid?
1Cor8:6 stelt dat er 1 GOD en 1 Here is. Ook dat is duidelijk.
Hebr 5:5 stelt dat die gezonden Here de Hogepriester van JHWH is.
Overduidelijk maakt de verbintenis met de Eeuwige JHWH tot eeuwig levend; en dat zou je goden kunnen noemen.
Vandaar dat Jezus, Christenen en engelen goden genoemd kunnen worden.
En toch is er maar 1 ware GOD genaamd JHWH; en natuurlijk Diens Zoon Yeshua; de Hogepriester van JHWH.
Een reactie posten