donderdag 3 januari 2008

Chanoeka (Johannes 10:22; 1 en 2 Makkabeeën)

Het Chanoekafeest of feest der tempelvernieuwing wordt gevierd in december. Het is een gedenken aan de bevrijding die de Makkabeeën bevochten op Antiochus Epiphanes van Syrië. Na de regering van Alexander de Grote brokkelde het rijk in verschillende stukken uiteen en in Syrië kwam Antiochus IV Epiphanes aan de macht. Na een overheersing van de Ptolermeeën ( Egypte) kwam Israël onder de Seleuciden van Syrië, met Epiphanes aan het hoofd. Deze landen maakte nog steeds deel uit van het grote Griekse rijk. De Grieken ( vanuit Syrië) konden niet aanvaarden dat de joden de besnijdenis hadden. Voor de Grieken was het snijden in iemands lichaam barbaars. Het lichaam was mooi ( zie de Griekse kunst) en daar moest je afblijven. De belangrijkste dingen voor de Grieken waren schoonheid en een sterk, krachtig lichaam. Voor de joden was het belangrijkste G’d zo goed mogelijk te dienen. De Shabbat vonden ze ook gek. Alle dagen zijn toch gelijk? Feesten omwille van de nieuwe maan, daar zagen ze het nut niet van in. Dat was een raar bijgeloof.
Antiochus stuurde aan op een vermenging van de Griekse cultuur en godsdienst met de oosterse godsdiensten. New Age is dus niet zo nieuw! Hij wilde de verschillende volkeren van zijn rijk één maken door hellinisering. Via een rijke familie uit Judea, de Tobiaden, wilde hij de joden laten assimileren. Dit leidde uiteindelijk tot een soort van burgeroorlog doordat de rijke laag van de bevolking pro–Syrisch was en de rest conservatief bleef. Antiochus had de uitoefening van de joodse godsdienst verboden en op de 25ste Kislev 167 v.Chr. een Zeusbeeld geplaatst in de tempel. Ook bracht hij een varken in de tempel en gooide de hogepriester Onias III buiten. Deze werd vervangen door zijn broer Jozua die grieksgezind was. Hij veranderde zijn naam in Jason. Deze wilde ook de naam van Jeruzalem veranderen in Antiochat-Jeruzalem en bouwde gymnasia en sportstadions. Jason werd vervangen door nog fanatiekere grieksgezinde Menelaos. Voor het eerst bepaalde een koning wie hogepriester werd, en dus niet meer door erfelijke afstammeling. Antiochus verbood de Shabbat te vieren en de zonen te besnijden. De tekens van de twee belangrijkste verbonden werden verboden : de wet en de landsbelofte —> zo had Israël geen bestaansrecht meer: Amalek was weer aan het werk! Vooral 2 Makk.6:1-11 vertelt heel sterk hoe de situatie was. Men kan dit alles nalezen in de Makkabeeën boeken ze staan vermeld in de katholieke Willibrordvertaling.
De joden moesten afgoden gaan dienen en Grieks praten. De Grieken richtten sportstadions in. Dat zouden de joden leuker vinden dan de tempel. Hoe zit het met ons?
In 167 v.Chr. stond het volk onder de leiding van de Makkabeeën op tegen dit bewind. Deze opstand begon in een klein dorpje Mode’ien dicht bij Tel Aviv. Een zekere Mattitjahoe uit het priestergeslacht der Hasmoneeën was een belangrijke man en hem werd gevraagd een offer te brengen, opdat dan de rest van zijn dorp ook zou volgen. Mattitjahoe weigerde en een andere jood bracht het offer. Mattitjahoe werd zo boos dat hij die jood doodde, alsook zijn gezin en de Syriërs die dit van hem hadden gevraagd. Samen met zijn vijf zonen vluchtte Mattitjahoe de bergen in en begonnen een succesrijke guerillaoorlog tegen de Syriërs. Na de dood van mattitjahoe nam zijn zoon Juda de zaak over om te vechten voor G’d. Juda slaagde erin de Syriërs te stoppen en kreeg daarom de naam ha –Maqabi , hebr voor strijdhamer.
In 164 v. Chr. Veroverde juda ha-Maqabi het tempelplein en juist op de 25e kislev begon de herinwijding van de tempel. Deze duurde 8 dagen. Daarom zou dit feest 8 dagen gevierd worden.

In dit feest staat de chanoekakandelaar of chanoekia ( achtarmige kandelaar) centraal. Het is weer een huiselijk feest. Ieder mannelijk lid van het gezin heeft zijn eigen lamp en het hele gezin komt erbij staan wanneer onder het uitspreken van de berachot (zegeningen) de lichtjes worden aangestoken. Op de eerste dag één, de tweede dag twee tot ze op de achtste dag allemaal branden; deze achtarmige kandelaar heeft nog een negende arm: de sjamasj of dienaar. Met deze dienaar wordt elke dag een kaars aangestoken. Yeshua is onze dienaar die ons licht geeft, zodat wij op onze beurt licht kunnen verspreiden.

Na het aansteken van de kandelaar wordt de volgende zegening uitgesproken: ‘ Deze kaarsen steken we aan ter herinnering aan de wonderen en de veldslagen die Gij in die dagen leverde voor onze voorvaderen en nu via Uw hogepriesters. Gedurende alle acht dagen van Chanoeka is dit licht geheiligd. We zullen het alleen gebruiken om ernaar op te kijken, om U te danken en Uw grote Naam te prijzen voor Uw wonderen en Uw verlossing.

De traditie rond deze kandelaar zegt: toen de tempel veroverd was door Juda ha–Maqabi bleek alle olie verontreinigd, op één klein kruikje na waarop de zegel van de laatste hogepriester stond. Er voltrok zich een wonder, want het kruikje bleef schenken tot na de acht dagen er nieuwe olie aangevoerd werd.

Leuke woordspelling: Sjabbat, Mila ( besnijdenis) en Neer ( licht, nieuwe maan) werden verboden. Maar G’d doet een wonder en geeft SjeMeN: olie!

Het feest is een huiselijk gebeuren. De ouderen bezinnen zich over het wonder van de verlossingen die G’d toen gaf en ook heden blijft geven. De kinderen doen spelletjes met eetbaar chanoekageld en een roulette– tolletje, waarmee ze hun snoepgoed kunnen verliezen of terugwinnen. Op de zijkanten van zo’n tolletje stonden vroeger in de landen buiten Erets Israël, de hebreeuwse letters N-G-H-SJ: Nees-Gadol-Haja– Sjam: een groot wonder is daar geschied. Oorspronkelijk waren dat de letters van het kansspel Nichts– Ganz– Halb– Stellein ( Duits en Jiddisj). Tegenwoordig staat er in Israël op het tolletje N-G-H-p voor Nees Gadol haja Poo: een groot wonder is hier geschied. Zo’n tolletje heet een dreidl.

Ons land heeft dringend nood aan mannen en vrouwen zoals Juda-ha-Maqabi die opstaan tegen de verontreiniging van ons land. De geestelijke vervuiling van godsdiensten vieren hoogtij. Mag ons land gezuiverd worden van New Age en alles wat de zuivere dienst aan G’d bedreigd.
Bron NEM en overgenomen van: http://tealc.forumup.be/viewtopic.php?t=129&mforum=tealc
Het is ook mogelijk een PowerPoint presentatie te downloaden over het Chanoekafeest

Bidden is spreken zonder te twijfelen

Veel christenen bidden zonder ophouden tot de Vader in de hemel om hun problemen (bergen) op te heffen en in zee te werpen zonder ooit verhoort te worden. Wanneer hun gebed onbeantwoord blijft dan zeggen zij: “God wil dat ik dit lijden draag”. Niets is echter minder waar. Onze hemelse Vader wil dat wij leven hebben en overvloed (Joh. 10:10). God wil dat wij een overwinnend leven lijden en dat wij elke berg, die ons in de weg staat om de zegen van Gods Koninkrijk te ontvangen, op heffen en in de zee werpen in de naam van Jezus van Nazaret. Jezus leert zijn discipelen om tegen de berg te zeggen: “hef u op en werp u in de zee”. In de Naam van Jezus zal alle knie zich buigen en iedere overheid en macht in de hemelse gewesten zal moeten wijken. Jezus zei: “Heb geloof in God” en “Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde”.

Hoe gaat dat in zijn werk?
Jezus vervloekte een vijgenboom door er tegen te spreken: “Nooit eet meer iemand vrucht van u in eeuwigheid!” (Marc. 11:14). Verder staat er geschreven: “En zijn discipelen hoorden het”. Daarna gaat Jezus naar Jeruzalem en veegt de tempel schoon door de tafels van de geldwisselaars om te keren enz. Wanneer Jezus de volgende dag terugkeert, loopt hij met zijn discipelen opnieuw langs de plaats waar de vijgenboom staat en begint daar Zijn onderwijs te geven over het spreken in geloof zonder te twijfelen. Petrus zegt: “Rabbi, zie de vijgenboom, die Gij vervloekt hebt, is verdord” (Marc. 11:21). Jezus zegt dan: “Heb geloof in God” (22). Door te zien wat Jezus doet en door te horen wat Hij zegt moeten de discipelen iets belangrijks leren. Luister goed wat Jezus zegt: “Voorwaar, Ik zeg u, wie tot deze berg zou zeggen, hef u op en werp u in de zee, en in zijn hart niet zou twijfelen, maar geloven, dat wat hij zegt geschiedt, het zal hem geschieden” (23). Wat is het toch schitterend om te luisteren naar Jezus en om te doen wat Hij zegt. Luister maar verder wat Hij zegt: “Daarom zeg Ik u, al wat gij bidt en begeert, gelooft, dat gij het hebt ontvangen, en het zal geschieden” (24) Jezus laat hier op een niet mis te verstane wijze zien dat zou zeggen’ een krachtige manier is van spreken en om te zien gebeuren wat u bidt en begeert’. Jezus’ bedoeling is duidelijk gericht op het onderwijs van zijn discipelen. Jezus zegt later tegen zijn leerlingen: “Gaat dan heen, maakt al de volken (ook u) tot mijn discipelen, ……… en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen (gezegd) heb.

Petrus heeft de les goed begrepen.
Petrus zei: “Zilver en goud bezit ik niet, maar wat ik heb geef ik u; in de naam van Jezus Christus de Nazoreeër: WANDEL!” (Hand. 3:6). Toen hij daarna werd overvallen, door de priesters en het hoofd van de tempel, gaf hij hen de volgende verklaring: “dan moet aan u allen … bekent zijn, dat door de Naam van Jezus Christus, de Nazoreeër, die gij gekruisigd hebt, maar die God heeft opgewekt uit de doden, dat door die Naam deze hier gezond voor u staat” (Hand. 4:10).
Bent u er ook klaar voor om dat te doen waartoe Jezus u, als discipel, geroepen heeft?

"Comma Johanneum" in combinatie met de Drie-eenheid

Het ‘Comma Johanneum’ is een klein fragment uit de eerste brief van Johannes. Laten we eerst eens lezen wat de grondtekst zegt in:
· 1 Joh 5:5-12 Wie is het, die de wereld overwint, dan wie gelooft, dat Jezus de Zoon van God is? Dit is hij, die gekomen is door water en bloed, Jezus Christus, niet slechts met water, maar met het water en met het bloed. En de Geest is het, die getuigt, omdat de Geest de waarheid is. Want drie zijn er, die getuigen: de Geest en het water en het bloed, en de drie zijn tot één. Indien wij het getuigenis der mensen aannemen, het getuigenis van God is meerder, want dit is het getuigenis van God, dat Hij van zijn Zoon getuigd heeft. Wie in de Zoon van God gelooft, heeft het getuigenis in zich; wie God niet gelooft, heeft Hem tot een leugenaar gemaakt, omdat hij niet geloofd heeft in het getuigenis, dat God getuigd heeft van zijn Zoon. En dit is het getuigenis: God heeft ons eeuwig leven gegeven en dit leven is in zijn Zoon. Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet

Dit tekstgedeelte legt er zeer de nadruk op dat we Jezus moeten accepteren als de Zoon van God. Het is God zelf die hiervan getuigt en volgens dit getuigenis van God ligt de nadruk op het Zoonschap van Jezus. Dit is een sterk argument voor wie niet de nadruk wil leggen op de Goddelijkheid van Jezus; het is tenslotte God zelf die ons zegt dat wij Jezus moeten accepteren als zijn Zoon.
Maar dat is voor het dogma van de drie-eenheid niet het meest vervelende aan dit tekstgedeelte. Er zijn tenslotte zeer veel bijbelteksten die van ons vragen om Jezus te accepteren als de Zoon van God (zie bijvoorbeeld de getuigenissen in Mat 14:33, Mat 16:16-17, Joh 1:34, Joh 1:50, Joh 11:27, Joh 20:31, Hand 8:37, Hand 9:19-20 en 2 Kor 1:19). Het meest vervelende is echter de drie-eenheidachtige formulering in:
· 1 Joh 5:7-8 Want drie zijn er, die getuigen: de Geest en het water en het bloed, en de drie zijn tot één
Als er dus al sprake is van een Bijbelse drie-eenheid, dan betreft het de Geest, het water en het bloed, welke tot één zijn in hun getuigenis dat Jezus de Zoon van God is. Vandaar dat iemand het ooit nodig heeft gevonden om eigenhandig een stukje tekst toe te voegen aan de originele tekst. In vele vertalingen tussen het jaar 1522 en eind 19e eeuw vinden we de volgende formulering:
· 1 Joh 5:7-8 Want drie zijn er, die getuigen [in de hemel: de Vader, het Woord, en de heilige Geest; en deze drie zijn één. En drie zijn er, die getuigen op de aarde]: de Geest en het water en het bloed, en de drie zijn tot één.

De toegevoegde tekst staat in de NBG vertaling van 1951 reeds tussen rechte haken om aan te geven dat de vertalers twijfelen of deze tekst wel de originele tekst betreft. Sindsdien zijn echter vele veel oudere teksten gevonden en dezen maken geen melding van de toegevoegde tekst, die we het Comma Johanneum noemen. Ook maakt geen enkele vroege kerkvader melding van deze tekst, zelfs niet zij die streden voor het dogma van de drie-eenheid. Om al die redenen is het Comma Johanneum ontmaskert als late toevoeging aan de tekst en geen enkele moderne vertaling maakt er nog melding van.
Toch is er veel weerstand geweest tegen de opschoning van de tekst. Want de toegevoegde tekst omschrijft wel heel duidelijk het concept drie-eenheid. Sterker nog; het is zelfs de enige Bijbeltekst die echt aangevoerd kon worden ten bate van de drie-eenheidleer. De weerstand om deze tekst te verwijderen is dus zeer begrijpelijk. Maar juist deze weerstand kan je aan het denken zetten. Als het dogma namelijk echt zo duidelijk uit de Bijbel blijkt als velen je willen doen geloven, waarom was het dan nodig om het dogma in de tekst te zetten? En waarom hecht men nog zo aan deze tekst, zelfs nadat het ontmaskerd werd als niet oorspronkelijk? Het is ironisch dat een tekst, die eigenlijk werd toegevoegd om de drie-eenheidleer onfeilbaar te maken, er vandaag de dag juist toe bijdraagt dat christenen beginnen te twijfelen aan de Bijbelvastheid van het dogma.
Juist de geslaagde toevoeging van het Comma Johanneum en de weerstand die nog steeds wordt gegeven om het te mogen behouden, geven er blijk van dat het dogma kennelijk niet zo duidelijk blijkt uit de Bijbel als men over het algemeen beweert. Men is in ieder geval gerechtigd om naar aanleiding van de ontmaskering van het Comma Johanneum, de Bijbel nog eens nader te bestuderen.

Aanbidding. Wat is dat nou werkelijk?

AANBIDDING
Als je het woord aanbidding hoort, welke gedachten en beelden komen dan op in je geest? Denk je dan aan je favoriete liedje, dat ene dat altijd een traan in je ogen brengt? Of denk je misschien aan die bepaalde tijd in je gemeente, waarop de “aanbiddingsleider” nadat hij eerst de mensen in vier vlugge liedjes leidde, het tempo verlaagt? Misschien beeld je je een kamer vol mensen in, staand of geknield, met ogen naar de hemel gericht en handen opgeheven.

Welke ook je gedachten aangaande aanbidding zijn, er zijn waarschijnlijk enkele algemene basispunten waarin je met anderen zal overeenstemmen . Het woord aanbidding brengt een houding van vrede in onze geest teweeg. Alleen al de klank van het woord maakt dat we onze hedendaagse, bezige tred een beetje vertragen. Het maakt dat we onze gedachten, tenminste voor even, op onze Schepper richten en niet op onszelf. Voor hen die in geloof Gods wonderbare gave van leven ontvingen door Yeshua, zou het woord aanbidding moeten maken dat we gaan nadenken over de dag dat we niet langer gebonden zullen zijn aan onze gevallen natuur, de dag dat we vrij zullen zijn om Hem van aangezicht tot aangezicht te aanbidden.

Wat is aanbidding dan precies? Is het alleen maar overgelaten aan hen met muzikaal talent? Is het alleen voor hen die in staat zijn elke keer de perfecte noot te raken? Kunnen degenen onder ons die zelfs geen noot in een emmer kunnen houden in ware aanbidding komen? Het antwoord op deze vragen wordt duidelijk wanneer we de ware betekenis van aanbidding in aanmerking nemen.

In het moderne denken gaan aanbidding en muziek hand in hand. In feite werd aanbidding bepaald door de aanwezigheid van muziek. Het is waar dat muziek een deel van aanbidding mag zijn. Dit is echter niet de Bijbelse definitie van aanbidding.
In Genesis 22 staat het bekende verhaal van Abraham die zijn enige zoon Isaac naar de berg Moriah brengt om geofferd te worden als offerande voor God. In het verslag is het eerste detail dat er uit springt, dat Abraham vroeg in de morgen opstaat om de hem toegewezen taak uit te voeren. Als er ooit een dag was om zich nog een keer om te draaien en nog wat te bezinnen over die dag, dan was het wel deze. Maar neen, niet voor Abraham. Hij heeft gehoord van God, gelooft en accepteert dat het Zijn wil is en staat vroeg op om de opgedragen taak uit te voeren. Abraham verzamelt Isaac, de dienaren en de vereiste dingen die ze zullen nodig hebben en begint aan zijn reis.
De Schrift stelt dat ze drie dagen reisden. We kunnen enkel een poging doen om ons voor te stellen wat er in Abrahams geest en hart omging tijdens deze drie dagen. Onderweg moet Abraham bij veel gelegenheden naar Izaak gekeken hebben, zich afvragend of hij werkelijk zou geroepen worden om zijn zoon te offeren. Hoeveel keer veegde hij tranen van zijn wangen terwijl ze voortgingen, elke stap die hen dichter bij hun goddelijke afspraak bracht? O, de vragen, de overwegingen die hij onderweg maakte, die elk schreeuwden om terug te keren om Gods wil te willen ontvluchten! Doch zijn geloof en zijn gehoorzaamheid maakte dat zijn blik en zijn stap voorwaarts gericht bleven.
Ten slotte was daar in de verte de berg Moriah. Abraham wist van deze berg en van zijn betekenis. De overlevering verteld ons dat het van deze berg was dat de Schepper de aarde nam om Adam te vormen. We verstaan natuurlijk dat dit dezelfde berg is waarop Yeshua duizenden jaren na Abraham zou terecht gesteld worden. Abraham wist van deze berg, maar hij verstond niet zijn volle betekenis. Hij wist niet dat de daad die hij zou gaan uitvoeren slechts een schaduw was van een groter werk, dat jaren verder in de toekomst moest uitgevoerd worden.
Ga terug naar het Schriftgedeelte in Genesis 22:5. Lees langzaam de instructies en de geloofsbelijdenis die hij aan zijn dienaren geeft. Hij draagt zijn dienaren op te blijven waar ze zijn. De plicht die voor hem ligt is tussen hem en zijn Schepper. Het kan geen publieke aangelegenheid zijn. Hij vertelt noch aan zijn dienaren, noch aan Isaac wat hij op het punt staat te gaan doen. Hij beschrijft het alleen met één woord, aanbidding.
Abraham bracht het “aanbiddingteam” van de locale gemeente niet mee. Hij heeft geen CD van zijn favoriete artiest. Er is geen sprake van instrumenten of muziek in dit verslag. Er zijn enkel twee mannen, hout, vuur en een mes. Toch noemt Abraham deze daad aanbidding.
Op die beruchte dag verstonden Abraham en Isaac de waarlijke hoogte van aanbidding, die de meesten van ons nooit gekend hebben of ooit zullen kennen . De daad, niet alleen van Abraham, maar ook van de volwassen Isaac, maakte de hemelen zelf open en liet toe dat de hoogste vorm van aanbidding tot uiting kwam, gehoorzaamheid.
Ja, de Bijbelse definitie van aanbidding is gehoorzaamheid. We kunnen zingen, roepen, onze handen in de lucht wuiven en klappen tot de koeien thuiskomen. Maar als al die uiterlijke expressie niet uit een leven in gehoorzaamheid komt, dan is het niets anders dan een emotionele ervaring. Het maakt dat jij je goed voelt, maar het laat het hart van God leeg.

Dus, is het mogelijk te aanbidden als je totaal geen toon kunt houden of danst met twee linker voeten? Het verslag van Abraham en Isaac zegt ons dat het antwoord een onmiskenbaar “Ja” is. Als we gehoorzaam zijn aan Zijn woord, aanbidden we. Als Hij tot ons spreekt en ons antwoord is: “Ja Heer, hier ben ik!” aanbidden we. Als we zijn wegen verkiezen boven de wegen van mensen, zelfs al kost het ons een beetje als dwaas beschouwd te worden, of zelfs uit de groep gestoten te worden, aanbidden we. Als we op een drukke morgen door de “drive through” van Mc. Donalds rijden en een Egg Mc. Muffin bestellen, maar dan wel “zonder ham”, aanbidden we. Als we aan onze families zeggen dat er dit jaar geen kerstboom in ons huis zal zijn, omdat we nu begrijpen dat dit een traditie van mensen is die tegen Gods woord ingaat, aanbidden we. Als we een blauwe draad aan de hoeken van onze kleren dragen, aanbidden we. Als we onze vader en moeder eren, aanbidden we. Als we als echtgenoten van onze vrouwen houden, aanbidden we. Als we als vrouwen respect betonen aan onze echtgenoten die God dienen, aanbidden we.
Ik ben doorheen de jaren in veel “aanbiddingdiensten” geweest .Tenminste, dat is hoe ze genoemd werden. Ik heb veel soorten van emotionele expressie gezien van mensen wier leven een knoeiboel was. Mensen die allen verklaarden dat ze Gods aanwezigheid gevoeld hadden, maar uiteindelijk werden hun levens niet veranderd. Misschien dat in deze manifestaties de meesten helemaal niet aanbaden, maar gewoon zongen. Zie je, … aanbidding is niet een evenement waaraan je meedoet, het is een leefwijze die je op dagelijkse basis beleeft. Aanbidding is als we een leven leiden dat gehoorzaam is aan Zijn wil. Aanbidding komt ‘van wie’ we zijn, niet van wat we zeggen of zingen.
Dit was niet de eerste keer dat Abraham had aanbeden. Zijn leven van Aanbidding begon op de dag dat hij zijn vaders huis verliet en God volgde. Hij heeft door zijn wandel in gehoorzaamheid meermaals aanbeden. Het zijn deze daden van aanbidding door gehoorzaamheid die hem het vertrouwen gaven om een berg te beklimmen en zijn zoon te offeren. Zijn soort van aanbidding zou hem door dit leven helpen en in de nabijheid van zijn Schepper brengen. Abrahams stijl van aanbidding was echt en oprecht met of zonder de laatste en beste “aanbiddings CD”.
(Nederlandse vertaling: Simona Van Goethem)

De tien geboden en de Wet van Mozes

Onderstaand enkele zaken om zicht te krijgen op Gods geboden welke Hij als altoosdurend heeft ingezet.
· Tien Geboden
Exodus 20:1-20
1 Toen sprak God al deze woorden: 2 Ik ben de HERE, uw God, … 1e t/m 10 gebod
18 En het gehele volk was getuige van de donderslagen, de bliksemstralen, het geluid van de bazuin en de rokende berg. Toen het volk het zag, beefde het en bleef van verre staan. 19 En zij zeiden tot Mozes: Spreek gij met ons, dan zullen wij horen; maar God spreke niet met ons, opdat wij niet sterven. 20 Maar Mozes zeide tot het volk: Vreest niet, want God is gekomen om u op de proef te stellen, en opdat er vrees voor Hem over u kome, dat gij niet zondigt.
· Tien Geboden en de Wet van Mozes:
Deut 4:1-14
1 Nu dan, o Israel, hoor de inzettingen en de verordeningen, die ik u leer na te komen, opdat gij leeft en opdat gij het land binnengaat en in bezit neemt, dat de HERE, de God uwer vaderen, u geven zal. 2 Gij zult aan wat ik u gebied, niet toedoen en daarvan niet afdoen, opdat gij de geboden van de HERE, uw God, onderhoudt, die ik u opleg. … 5 Zie, ik heb u inzettingen en verordeningen geleerd, zoals de HERE, mijn God mij geboden had, opdat gij aldus zoudt doen in het land, dat gij in bezit gaat nemen. 6 Onderhoudt ze dan naarstig, want dat zal uw wijsheid en uw inzicht zijn in de ogen der volken, die bij het horen van al deze inzettingen zullen zeggen: Waarlijk, dit grote volk is een wijze en verstandige natie. 7 Immers welk groot volk is er, waaraan de goden zo nabij zijn als de HERE, onze God, telkens als wij tot Hem roepen? 8 En welk groot volk is er, dat inzettingen en verordeningen heeft zo rechtvaardig, als heel deze wet, die ik u heden voorleg? 9 Alleen neem u ervoor in acht en hoed u er terdege voor, dat gij de dingen die gij met eigen ogen gezien hebt, niet vergeet, en zij niet uit uw hart wijken zolang gij leeft; maak ze aan uw kinderen en kindskinderen bekend: 10 de dag, waarop gij voor het aangezicht van de HERE, uw God, bij Horeb stondt, toen de HERE tot mij zeide: roep Mij het volk samen, dan zal Ik het mijn woorden doen horen, opdat zij leren Mij te vrezen alle dagen, dat zij op de aardbodem leven, en opdat zij het hun kinderen leren. 11 En gij naderdet en stondt onderaan de berg, terwijl de berg laaide van vuur tot in het hart des hemels; duisternis, wolken en donkerheid. 12 Toen sprak de HERE tot u uit het midden van het vuur; een geluid van woorden hoordet gij, maar een gestalte naamt gij niet waar, er was alleen een stem.

13 En Hij maakte u het verbond bekend, dat Hij u gebood te houden, de Tien Woorden, en Hij schreef ze op twee stenen tafelen. 14 En mij gebood toen de HERE u inzettingen en verordeningen te leren, opdat gij die zoudt nakomen in het land, waarheen gij trekt om het in bezit te nemen.
· De ‘Wet van Mozes’ (Torah) geeft naast de inzettingen, oordelen, getuigenissen, rechten, en verordeningen de ceremoniële wetten zoals er geschreven staat: “Dit is de wet op het brandoffer, het spijsoffer, het zondeoffer, het schuldoffer, het wijdingsoffer en het vrede-offer, die de Here Mozes gebood op de berg Sinaï, ten dage dat Hij de Israëlieten gebood hun offers de Here te brengen, in de woestijn Sinaï.” (Lev. 7:37-38) Deze ceremoniële wetten zijn ingesteld wegens de overtredingen van Gods Verbond door de mens. Daarom staat er: “Zij zonderden de brandoffers af, … zoals geschreven staat in het boek van Mozes” (2 Kron. 35:12). Dit boek van Mozes werd in opdracht van God door Mozes gelegd naast de ark des verbonds: “Neemt dit wetboek en legt het naast de ark des verbonds van de Here, uw God opdat het daar tot getuige tegen u zij” (Deut.31:24-26). Dit ‘getuige tegen u heeft te maken met alle vervloekingen die God via Mozes bekend had gemaakt indien Gods verbondsvolk Gods Verbond zou overtreden. (Deut. 28:15-68)
· Gods Verbond werd echter op Gods bevel gelegd in de ark des verbonds. “Hij nam de getuigenis en legde die in de ark, … en legde het verzoendeksel bovenop de ark.” (Ex. 40:20) Deze ark des verbonds is een schaduw van de ware ark des verbonds in de hemel. Johannes ziet hem in de hemel en getuigt er als volgt van: “En de tempel Gods, die in de hemel is, ging open en de ark van zijn verbond werd zichtbaar in zijn tempel, en er kwamen bliksemstralen en stemmen en donderslagen en aardbeving en zware hagel.” (Opb. 11:19) Het is uiteindelijk zo dat de gehele wereld, alle mensen, beoordeeld zullen worden naar Gods maatstaf. Alleen zij die volgens de ‘Wet van Mozes’ verzoend zijn door het bloed van het Lam Gods, waarvan de dierenoffers een schaduw waren, zullen gerechtvaardigd worden en de nieuwe aarde beërven.

Zij die Gods Verbond of de Wet van Mozes als ‘vervult’ en ‘aan het kruis genageld’ willen verklaren, zullen zich moeten realiseren dat alles wat God zegt per definitie Zijn Woord is, Zijn bevel, en dat God géén maakt onderscheid. Incestueuze en ontuchtige relaties worden behandeld in Leviticus 18 en God stelt in vers 26 dat het gruwelen van mensen zijn en dat Zijn volk behoort te wandelen naar Zijn inzettingen. Verder geeft de Torah duidelijk weer dat het God een gruwel is als de mensen varkensvlees eten (Leviticus 11), maar hij noemt het ook een gruwel als de mensen geesten van gestorvenen oproepen. God gebied het op de volgende wijze: “Gij echter zult mijn inzettingen en mijn verordeningen in acht nemen en geen van deze gruwelen doen, noch de geboren Israëliet, noch de vreemdeling die in uw midden vertoeft” (Lev. 18:26).

Wie zou nu nog willen beweren dat incestueuze en ontuchtige relaties, varkensvlees eten en geesten oproepen onbelangrijker zijn of minder belangrijk dan het onderhouden van de Sabbat en het vieren van Gods heilige Feesten? Wie zou het 18e hoofdstuk van Leviticus 'vervuld' en 'aan het kruis genageld' willen verklaren, om zodoende die praktijken welke God een gruwel noemt in het Nieuwe Verbond te legaliseren? Niemand toch?

Wie zou nu nog willen beweren dat Gods heilige Feesten onbelangrijk zijn? Wie zou het 23e hoofdstuk van Leviticus 'vervuld' en 'aan het kruis genageld' willen verklaren, om zodoende de door Rome ingestelde zondag en andere christelijke feesten, welke op heidense tijden gevierd worden, in het nieuwe verbond te legaliseren? Niemand toch?
· Genade is een gift van GodHet zal duidelijk zijn dat genade geen negatieve invloed heeft op het onderhouden van Gods Verbond en de Wet van Mozes en ze geen van beide ontbind of wegdoet. Genade is een gave van God welke onder het oude verbond werd getoond door de ceremoniële wetten in de offers van het bloed van dieren en onder het nieuwe verbond door het bloed van Jezus Christus. Door onze schuld op Zich te nemen is Jezus gestorven aan het kruis. God schenkt ons uit liefde de mogelijkheid dat bloedoffer van Jezus Christus aan te nemen, … en als wij dan dat bloedoffer aanvaarden, is dat de genade van God. Wat Jezus tot stand heeft gebracht op Golgotha, is de volledige overwinning over zonde en dood. Door de overwinning van Jezus, en het offer van zijn bloed, worden alle gelovigen van alle tijden door één offer tot heerlijkheid gebracht. Allen die hun geloof gericht hebben op Jezus de Messias, ontvangen door het gelovig aanvaarden van dit ene offer volkomen redding, bevrijding en genezing en het eeuwige leven.
Leviticus 23:1-43
· Sabbat 1 De HERE sprak tot Mozes: 2 Spreek tot de Israelieten en zeg tot hen: De feesttijden des HEREN, die gij zult uitroepen als heilige samenkomsten, zijn mijn feesttijden. 3 Zes dagen mag arbeid verricht worden, maar op de zevende dag zal er een volkomen sabbat zijn: een heilige samenkomst; generlei arbeid zult gij verrichten, het is een sabbat voor de HERE in al uw woonplaatsen.
· Pascha 4 Dit zijn de feesttijden des HEREN, heilige samenkomsten, die gij uitroepen zult op de daarvoor bepaalde tijd. 5 In de eerste maand, op de veertiende der maand, in de avondschemering, is het pascha voor de HERE.
· Ongezuurde broden 6 En op de vijftiende dag van deze maand is het feest der ongezuurde broden voor de HERE, zeven dagen zult gij ongezuurde broden eten. 7 Op de eerste dag zult gij een heilige samenkomst hebben; dan zult gij generlei slaafse arbeid verrichten. 8 Gij zult de HERE een vuuroffer brengen gedurende zeven dagen; op de zevende dag zal er een heilige samenkomst zijn; generlei slaafse arbeid zult gij verrichten. 9 En de HERE sprak tot Mozes: 10 Spreek tot de Israelieten en zeg tot hen: Wanneer gij komt in het land dat Ik u geef, en de oogst daarvan binnenhaalt, dan zult gij de eerstelingsgarve van uw oogst naar de priester brengen, 11 en hij zal de garve voor het aangezicht des HEREN bewegen, opdat gij welgevallig zijt; daags na de sabbat zal de priester die bewegen. 12 Gij zult op de dag waarop gij de garve beweegt, een gaaf eenjarig schaap de HERE ten brandoffer bereiden, 13 met als bijbehorend spijsoffer twee tienden fijn meel, met olie aangemaakt, ten vuuroffer tot een liefelijke reuk voor de HERE, en als bijbehorend plengoffer een vierde hin wijn. 14 Tot op die dag zult gij geen brood, geen geroosterd of vers koren eten, totdat gij de offergave van uw God gebracht hebt: het is een altoosdurende inzetting voor uw geslachten, in al uw woonplaatsen.
· Pinksteren 15 Dan zult gij tellen van de dag na de sabbat, van de dag waarop gij de garve van het beweegoffer gebracht hebt: zeven volle weken zullen het zijn; 16 tot de dag na de zevende sabbat zult gij tellen, vijftig dagen; dan zult gij een nieuw spijsoffer de HERE brengen. 17 Uit uw woonplaatsen zult gij twee beweegbroden meebrengen; uit twee tienden efa fijn meel zullen zij bereid worden, gezuurd zullen zij gebakken worden, eerstelingen voor de HERE. 18 Bij het brood zult gij zeven gave eenjarige schapen offeren en een jonge stier en twee rammen; zij zullen een brandoffer voor de HERE zijn, met de bijbehorende spijsoffers en plengoffers, een vuuroffer tot een liefelijke reuk voor de HERE. 19 Dan zult gij een geitebok ten zondoffer, en twee eenjarige schapen ten vredeoffer bereiden. 20 En de priester zal ze bewegen, bij het brood der eerstelingen, als beweegoffer voor het aangezicht des HEREN bij de twee schapen: zij zullen de HERE heilig zijn, zij zijn voor de priester. 21 Op deze zelfde dag zult gij een oproep doen uitgaan, gij zult een heilige samenkomst hebben, generlei slaafse arbeid zult gij verrichten; het is een altoosdurende inzetting, in al uw woonplaatsen, voor uw geslachten. 22 Wanneer gij de oogst van uw land binnenhaalt, dan zult gij de rand van uw veld bij uw oogst niet geheel afmaaien, en wat van uw oogst is blijven liggen, zult gij niet oplezen; dat zult gij voor de arme en de vreemdeling laten liggen: Ik ben de HERE, uw God.
· Bazuinendag 23 En de HERE sprak tot Mozes: 24 Spreek tot de Israelieten: In de zevende maand, op de eerste der maand, zult gij een rustdag hebben, aangekondigd door bazuingeschal, een heilige samenkomst. 25 Generlei slaafse arbeid zult gij verrichten en gij zult de HERE een vuuroffer brengen.
· Grote Verzoendag 26 En de HERE sprak tot Mozes: 27 Maar op de tiende van die zevende maand is de Verzoendag; een heilige samenkomst zult gij hebben en gij zult u verootmoedigen en de HERE een vuuroffer brengen. 28 Op die dag zult gij generlei arbeid verrichten, want het is de Verzoendag, om over u verzoening te doen voor het aangezicht van de HERE, uw God. 29 Want ieder die zich op die dag niet zal verootmoedigen, zal uitgeroeid worden uit zijn volksgenoten. 30 Ieder die enige arbeid verricht op die dag, zal Ik verdelgen uit het midden van zijn volk. 31 Generlei arbeid zult gij verrichten: het is een altoosdurende inzetting voor uw geslachten, in al uw woonplaatsen. 32 Het zal u een volkomen sabbat zijn en gij zult u verootmoedigen. Op de negende van de maand, des avonds, van avond tot avond, zult gij uw sabbat vieren.
· Loofhuttenfeest 33 En de HERE sprak tot Mozes: 34 Spreek tot de Israelieten: Op de vijftiende dag van deze zevende maand begint het Loofhuttenfeest voor de HERE, zeven dagen lang. 35 Op de eerste dag zal er een heilige samenkomst zijn; generlei slaafse arbeid zult gij verrichten. 36 Zeven dagen zult gij de HERE een vuuroffer brengen; …
· Feest van de 8e Dag 36 …op de achtste dag zult gij een heilige samenkomst hebben en de HERE een vuuroffer brengen; het is een feest, generlei slaafse arbeid zult gij verrichten.

37 Dit zijn de feesttijden des HEREN, waarop gij heilige samenkomsten zult uitroepen, om de HERE een vuuroffer te brengen: brandoffer en spijsoffer, slachtoffer en plengoffers, naar het voorschrift voor iedere dag, 38 behalve de sabbatten des HEREN en behalve de gaven en al de gelofteoffers en al de vrijwillige offers, die gij de HERE geven wilt. 39 Doch op de vijftiende dag van de zevende maand, wanneer gij de opbrengst van uw land inzamelt, zult gij zeven dagen het feest des HEREN vieren; op de eerste dag zal er rust zijn en op de achtste dag zal er rust zijn. 40 Op de eerste dag zult gij vruchten van sierlijke bomen nemen, takken van palmen en twijgen van loofbomen en van beekwilgen, en gij zult vrolijk zijn voor het aangezicht van de HERE, uw God, zeven dagen lang. 41 Gij zult het als een feest des HEREN vieren zeven dagen in het jaar, een altoosdurende inzetting voor uw geslachten; in de zevende maand zult gij het vieren. 42 In loofhutten zult gij wonen zeven dagen; allen die in Israel geboren zijn, zullen in loofhutten wonen, 43 opdat uw geslachten weten, dat Ik de Israëlieten in hutten heb doen wonen, toen Ik hen uit het land Egypte leidde: Ik ben de HERE, uw God.
Zo maakte God door Mozes de ‘Feesttijden des HEREN’ aan de bekend.

Thoragetrouw is niet wettisch!

Trek de goede conclusies uit 2000 jaar kerkgeschiedenis!
Thoragetrouw is niet wettisch, maar gewoon gehoorzaamheid aan het verbond (beriet, ברית). In plaats van Thora-getrouw zou je ook 'verbond'-getrouw (of chasied, חסיד) kunnen zeggen omdat verbond en geboden naadloos met elkaar verbonden zijn. Het unieke van het Gods verbond is dat Hij hetzelf introduceert met Zijn verlossing en bevrijding (uit Egypte).
· Het is dus niet zo dat God van Zijn volk verwacht dat zij de geboden doen om daarmee verlossing of genade te verkrijgen, ze zijn verlost, maar niet van het bewaren van Gods geboden!
· Eigenlijk hoort men vandaag de dag alleen bij de herstelbeweging van de messiaans-joodse beweging dat de mens Gods geboden moet bewaren.
· Binnen een beperkte christelijke kring vindt men het best nog wel aardig dat de messiaans-joodse gelovigen naar de wortels van hun geloof terugkeren, maar een grote meerderheid binnen christelijke kring acht het niet nodig om binnen prediking en pastoraat op te roepen om Gods verbond en geboden te bewaren. Integendeel, het bewaren van Gods geboden wordt zelfs wettisch en ketters genoemd.
· De overtuiging dat God zegen belooft op het bewaren van Zijn geboden en waarschuwt voor vloek bij het overtreden van Zijn geboden, is in veel geloofsdenken ver op de achtergrond gezet, in de vergetelheid geraakt of ronduit afgewezen. Dat is dan ook de reden van toenemende wetteloosheid en hopeloos, ongelukkige relaties en situaties waar God en Zijn Woord naar de rand of over de rand van het bestaan is geschoven.
· Het is welhaast onbegrijpelijk dat men in zoveel kerken zo furieus anti-Thora is. Uiteraard is het heel goed en Bijbels dat men in de kerken hun gelovigen wil waarschuwen dat de mens alleen uit genade door het geloof behouden wordt. Maar het wordt al stiller als men hardop zegt dat de Messias geen enkel klein gebod heeft afgeschaft en zelfs bij Zijn laatste opdracht geleerd heeft dat we de volkeren moeten leren te onderhouden wat Hij bevolen heeft. Dan komt al gauw het scheldwoord ketters uit de kast om er niet weer in terug gelegd te worden. Jammer dat men in menige kerk niet het huiswerk over wil doen van 2000 jaar kerkgeschiedenis. In de eerste eeuwen van die geschiedenis zijn immers de Sjabbat, Bijbelse feesten, geboden afgeschaft en zijn de zondag, de alternatieve (on-Bijbelse) feesten van kerst, Pasen en Pinksteren ingevoerd en heeft men de kinderdoop bedacht en sindsdien worden deze nieuwe verworvenheden als Bijbels met hand en tand verdedigd. Alle verweer vanuit de Bijbel wordt dan afgedaan met het antwoord dat we nu leven onder het Nieuwe Verbond. De uitdagende vraag aan ons allemaal is echter om vanuit de Bijbel aan te tonen of het Oude Verbond is afgeschaft en wanneer en wat er nu eigenlijk nieuw is aan het Nieuwe verbond. Veel succes met uw onderzoek en bewijsvoering!

Terug naar de wortels van het geloof voor een gezegender leven. Ernstige consequenties voor gelovige zonder het stuur van Gods verbond en geboden.
Voor gelovigen zijn de keiharde consequenties niet te overzien als Gods geboden niet gebruikt worden in de strijd tegen zonde, verleiding en duisternis en de wandel in het licht.
· Of de gelovige is trouw aan Gods verbond en Zijn geboden en ervaart daarin Gods bescherming, goedheid en intimiteit, of de gelovige geeft toe aan zonde wat zich vertaalt in het volgende : zorg om geld, hebzucht, zorg om aanzien en positie in de wereld, ontrouw en onbetrouwbaarheid, boze, onreine en overspelige begeerten, liefdeloosheid, stress, conflicten, leugen en bedrog, diefstal, ongehoorzaamheid, onbarmhartigheid, hardheid en verharding in sociale relaties doen hun intrede met als gevolg dat de mens ongelukkig, eenzaam en depressief wordt.
· Niet alleen de relatie met God staat onder druk, de relatie met onze naaste evenzo. We kunnen heftig bestrijden dat we Gods geboden niet (meer) hoeven te bewaren, de praktijk van elke dag laat zien dat we òf een slaaf zijn van de zonde en de boze òf een slaaf zijn van de Messias.
· Ieder die daarom van mening is dat men Gods verbond en geboden niet (meer) hoeft te bewaren, moet zich daarom ernstig afvragen of zonde nog altijd vijand nummer één is.
· Het is schrikbarend wat de pastorale problemen van veel gelovigen zijn ten gevolge van deze visie op verbond en geboden. Hoeveel problemen hadden er niet voorkomen kunnen worden door een gezonde visie op verbond en geboden. God toonde zich onder het Oude Verbond ook primair als de Bevrijder en Redder en gaf Zijn volk Zijn geboden als bescherming van de relatie tot Hem, de naaste en het individu zelf. Vandaag de dag vinden vele gelovigen belangrijker wat een psycholoog of psychiater vertelt hoe we gelukkiger kunnen worden in onze relaties dan wat het Woord van God ons al eeuwen verteld. Zijn Woord en de daden van de Messias zelf zijn voor ieder mens een levenslang voorbeeld om na te volgen als discipel. Geloof zonder daad zal niemand veranderen in een goed en gelukkig mens met goede daden.

Gods verbond en geboden zijn bedoeld voor aanbidding, gemeenschap en verborgen omgang met God, ons geluk en welzijn, ter genezing en herstel.
Veel gelovigen denken dat Gods geboden ballast zijn, waarvan we bevrijd zijn of moeten worden.
· In de prediking en pastoraat van ultra-gereformeerd, (post-)reformatorisch en evangelisch-charismatisch geloofsdenken wordt het prediken en doen van Gods geboden werkheilig en wettisch genoemd. De Bijbel leert ons echter heel duidelijk dat Gods geboden onze genezing zijn. De Heilige Geest wil de geboden dan ook niet voor niets in ons hart schrijven en het is daarom ook zaak ons daartegen niet te verzetten.
· Als wij Gods geboden bewaren, is er tegen ons geen beschuldiging. Hoe meer wij Gods geboden overtreden in woorden, gedachten, daden, fantasieën en hoe dan ook, hoe verder wij verwijdert raken van Gods heiligende aanwezigheid in ons leven. Dat betekent niet dat we krampachtig wettisch moeten leven, maar het is voor ons eigen welzijn, vrede en geluk zaak om voortdurend gericht te zijn op wat God wil en net als de Messias als doel te stellen de Vader te behagen.
· De levens van veel gelovigen zijn een aaneenrijging van zondebelijdenis op zondebelijdenis, net zolang tot er een diepe depressie op volgt. Geen enkele zondebelijdenis zal ons echter gelukkig maken, als het niet gevolgd wordt door het nalaten van de zonde. God kijkt hoe serieus onze woorden van belijdenis van zonde gevolgd worden door daden van vrucht.
· Als onze woorden alleen maar woorden zijn en geen daden, liegen we tegen onze Schepper en Verlosser en dat kost ons een prijs: we blijven in zonde en blijven ongelukkig en ongezegend.

Door: Martien van de Velde te Ede, http://home.planet.nl/~velde755/sjabbat/tekst91.htm

De vervangingstheologie door Jan Rozendal

De vervangingstheologie:
(Prediking van Jan Rozendal te Alblasserdam op Sabbat 10-02-2007)
De vervangingstheologie is niet de enige oorzaak van de Holocaust (ook in niet-christelijke culturen werden de Joden als tweederangsburgers beschouwd), maar is wél een zeer, zeer belangrijke factor. Velen, staande in de traditie van de bedelingenleer, zullen zeggen: "Bij ons vervangingstheologie? Maar wij onderscheiden toch immers juist zo nauwkeurig Israël en de gemeente?".

Mijns inziens staan de protestantse kerken, die immers zijn voortgekomen uit de Reformatie, niet in dezelfde mate schuldig aan het bloed van het Joodse volk als de Rooms Katholieke kerk (hoewel er Bijbels gezien maar één lichaam van Yeshua haMashiach is). Toch viert in de protestantse kerken tot op de dag van vandaag de vervangingstheologie hoogtij, en peinst de kerk er niet over om de vervangingstheologie (gereformeerde verbondstheologie / bedelingenleer) de deur uit te doen. Integendeel, velen staande in de traditie van de gereformeerde verbondstheologie zullen zeggen: "Bij ons vervangingstheologie? Maar wij zeggen tegenwoordig toch allang dat de kerk niet in de plaats van Israël is gekomen?".
· De leugengeest, die de kerk deed zeggen: "wij zijn het echte, het ware, het geestelijke Israël".
· Dezelfde leugengeest, die de kerkvaders het kerkvolk deed oproepen om de Joden te haten.
· Dezelfde leugengeest, die de vrome kruisvaarders de Joden deed vermoorden.
· Dezelfde leugengeest, die achter de Holocaust zat in christelijk Europa.
· Dezelfde leugengeest, die de kerk er toe bracht om te stellen dat de kerk de erfgenaam is van de beloften die God aan Zijn volk Israël had geschonken.
· Dezelfde leugengeest, die er voor heeft gezorgd dat de kanttekeningen van de Statenvertaling en ontelbare gereformeerde geschriften en dogmatieken bol staan van de vervangingstheologie.
· Dezelfde leugengeest, die de kerk zich de verbonden deed toe-eigenen, en de kerk liet beweren dat zij het verbondsvolk is.
· Dezelfde leugengeest, die beweerde dat het Joodse volk alleen maar nodig was geweest om Jezus Christus voort te brengen.
· Dezelfde leugengeest, die de kerk liet beweren dat het nieuwe verbond met haar is gesloten.
· Dezelfde leugengeest, die de kerk liet beweren dat Israël gelijk is aan het zand der zee, maar dat de gemeente gelijk is aan de sterren des hemels.
· Dezelfde leugengeest, die de kerk liet beweren dat Israël een aardse roeping heeft, en de gemeente een hemelse roeping.
· Dezelfde leugengeest, die de kerk liet beweren dat de bedeling van de wet is afgelopen, en we nu leven onder de bedeling van de genade. Zo verhinderde de leugengeest enerzijds de gelovige Joden om God te dienen in overeenstemming met Gods geboden door Yeshua haMashiach, en anderzijds creëerde de leugengeest een scheiding tussen de gelovigen en tussen de Joden, die (terecht) inzagen dat Gods geboden eeuwig zijn.
· Dezelfde leugengeest, die de kerk laat beweren dat het huidige Israël niets te maken heeft met de vervulling van de Bijbelse beloften, omdat "de gemeente nog niet is opgenomen".
· Dezelfde leugengeest, die de kerk liet beweren dat allerlei geboden van de Torah opgehouden hadden bij de komst van Christus, op de ‘tien geboden na, en de Torah voor het Joodse volk verving door een 'geestelijke' wet voor de christenen.
· Dezelfde leugengeest, die de kerk over de Torah laat spreken in de verleden tijd, alsof de Torah iets was van voor de komst van Christus, in plaats van dat de Torah ook vandaag de dag gewoon volledig geldt voor het Joodse volk en de gelovigen uit de volkeren.
· Dezelfde leugengeest, die de kerk de Sabbat liet vervangen door de zondag.
· Dezelfde leugengeest, die de kerk de data van de feesten liet vervangen, zodat de oorspronkelijke Bijbelse feesten voor de christenen vervangen zijn door christelijke feesten, en vele christenen (en Joden) de relatie tussen beiden niet meer zien.
· Dezelfde leugengeest, die de kerk enerzijds liet beweren dat Jezus Koning is van Zijn kerk, terwijl Gods Woord dat nergens beweert, en anderzijds de ogen verblindt voor het Koningschap van Jezus over Zijn volk Israël, terwijl Gods Woord dat duidelijk leert.
· Dezelfde leugengeest, die de kerk liet leren dat er uitverkorenen zijn uit zowel Jood en heiden, die God in de tijd tot het waarachtige geloof brengt, terwijl degenen die niet zijn uitverkorenen in hun ellende worden gelaten, en dit in de plaats stelde van de uitverkiezing van Israël zoals de Schrift leert.
· Dezelfde leugengeest, die de kerk liet beweren dat de kinderdoop in plaats van de besnijdenis is gekomen.
· Dezelfde leugengeest, die de kerk de volwassendoop liet vervangen door belijdenis doen.
· Dezelfde leugengeest, die de kerk in de praktijk de belijdenisgeschriften hoger deed stellen dan de Schrift, en tegelijkertijd de kerk in de waan houdt dat de kerk de Schrift hoger acht dan de belijdenisgeschriften.
· Dezelfde leugengeest, die de kerken in de waan bracht dat de Reformatie zou zijn voltooid, zodat de belijdenisgeschriften gingen functioneren als een muur om de Schrift in plaats van als poorten tot de Schrift.
· Dezelfde leugengeest, die de mensen in de greep houdt van de (katholieke) basis die de kerkvaders hebben gelegd, en tegenstaat dat de mensen terugkeren tot de Schrift.
· Dezelfde leugengeest, die de kerken tegenwoordig doet zeggen: "De kerk in plaats van Israël?
· Dezelfde leugengeest, die beweert: "Het gaat uiteindelijk niet om het aardse Jeruzalem, maar om het hemelse Jeruzalem", en zo wil verhinderen dat Gods schepping wordt hersteld.
· Dezelfde leugengeest wil niet dat de mensen gaan beseffen dat het hemelse Jeruzalem hetzelfde is als het vernieuwde aardse Jeruzalem, namelijk het aardse Jeruzalem waarop van boven de Heilige Geest is uitgestort.
· Dezelfde leugengeest, die de kerk heeft aangespoord tot Jodenmoord, en die nu de kerk verhindert om het bloed te zien dat aan de handen van de kerk kleeft.
· Dezelfde leugengeest, die bij de christenen het geheugen betreffende de geschiedenis wegvaagt, en die allerlei blokkades oproept om mensen het zicht op Israël te benemen.
· Dezelfde leugengeest, die de kerken verhindert om de lijn te zien van de kerkvaders naar de Holocaust, en die de kerken ook verhindert om te zien dat de Endlösung geen incident was.
· Dezelfde leugengeest, die de kerken over de schuld laat heenstappen en van wie de kerken oecumenisch mogen samenwerken, als ze maar elk hun verkeerde leer houden. Dat christenen uit allerlei verschillende kerken de handen in één slaan om samen verder te gaan of samen dingen te doen, is op zich ontzettend goed is. Het is echter niet goed als men daarbij elk in de eigen vervangingstheologie volhardt. Het is wel goed als men samen teruggaat naar Gods Woord en verkeerde leringen totaal wegdoet, samen schuld belijdt, en samen opnieuw gemeente wil zijn van Yeshua haMashiach, de Koning der Joden.
God zij dank kan de leugengeest het geloof in Yeshua haMashiach niet verhinderen en God zij dank is bij enkele leden van de kerk / gemeente de leugengeest al grotendeels te niet gedaan, maar ik meen dat ik mij terecht keer tegen de zeer grote macht die de leugengeest nog steeds heeft. Na ongeveer 19 eeuwen vervangingstheologie, … na ongeveer 19 eeuwen Jodenmoord, uitmondend in de Endlösung en wellicht met een nieuwe en nog verschrikkelijker Endlösung voor de deur, is er nog steeds een kerk / gemeente die haar kwaad niet beseft en zegt: "ik zit als een koningin", "ik ben immers de bruid van Christus", "wie doet mij wat", wij hebben immers de zuivere leer. (Openb. 18:7) Er zijn er wel die (op persoonlijke titel) schuldbelijden naar Israël, maar die er niet van willen weten dat de gereformeerde leer on-Bijbels is. Na ongeveer 19 eeuwen, waarin ook voortdurend Gods zachte roepstemmen hebben geklonken in de kerk om terug te keren naar de Schrift, voel ik mij niet geroepen om zachte dingen te spreken (Jes. 30:10).
Gebed.
O Yeshua haMashiach! Open toch de ogen en het verstand van de leden van Uw lichaam, zodat voor ons de Schriften open gaan. O Heilige Geest! Doorwaai alle kerken, gemeenten en kringen, en drijf de leugengeest uit. O Yeshua haMashiach! Doorstroom Uw lichaam met Uw Heilige Geest, geef een opwekking, en maak Uw lichaam één, samen met Uw volk Israël. Laat Uw volk Israël, samen met ons, met één tong belijden dat Gij o Yeshua haMashiach de Heer bent, tot heerlijkheid van Gods de Vader (Fil. 2:11). Amen.
De leugengeest kan het geloof in God en Yeshua haMashiach niet verhinderen, en ook niet de liefde voor Israël, want God is sterker dan de Satan. Maar wel heeft de leugengeest ontzettend veel kwaad gedaan, en doet nog steeds ontzettend veel kwaad. Maar God zij dank, bij de wederkomst van Yeshua haMashiach zal de leugengeest worden weggedaan uit de kerk / gemeente, want er staat geschreven dat de Satan de volken niet meer zal verleiden (Openb. 20:3). Weliswaar zal de Satan na duizend jaar weer worden ontbonden (Openb. 20:7), maar daarna zal de Satan voorgoed van deze aarde worden weggedaan (Openb. 20:10).
Wat wij geloven ten aanzien van IsraëlIsraël is het door God uitverkoren. (Deuteronomium 7:6)
God heeft een verbond gesloten met Abraham en zijn zaad: het volk Israël. (Gen 17:7-8; 26:3-5; 28:13-15).
God heeft het oude verbond gesloten met Zijn volk Israël (Deuteronomium 5).
God heeft het nieuwe verbond gesloten met Zijn volk Israël (Jeremia 31:31-34, Hebreëen 8:8-12). In de hele Bijbel is nergens te vinden dat God een verbond zou hebben gesloten met de kerk / gemeente.
Men kan wél in de Bijbel vinden dat de kerk / gemeente deelt in de zegen van Gods verbond met Abraham (Israël) (Genesis 12:3, Galaten 3:14).

Het overgrote deel van de Bijbel gaat over Israël. Jezus Christus is een Jood, de apostelen waren Joden, de Bijbel is een joods boek, het evangelie is Joods. Wij zijn van mening dat men niet om Israël heen kan en ook niet moet willen bij het luisteren naar de Schrift.
Laten we de oude zuurdesem uitzuiveren (1 Kor. 5:6-8, Gal. 5:9). Laten we de volgende fase van de Reformatie ingaan. Laten we helemaal opnieuw beginnen.
Opnieuw beginnen met God de Vader.
Opnieuw beginnen met Yeshua haMashiach.
Opnieuw beginnen met de Heilige Geest
Laten we terugkeren naar de Schrift!
Laat aan Israël alles, wat God haar geschonken heeft, … ook alle verbonden.
Laat de gemeente opnieuw een gemeenschap zijn.
Laat de gemeente Gods oogappel, Israël, zegenen.

Hiep hiep hoera?



HIEP HIEP HOERA!?
Een onschuldige vreugderoep, of zit er meer achter?

HIEP! HIEP! KOMT VAN HEP! HEP!

Velen zijn onbekend met de duistere en antisemitische achtergrond van de kreet HIEP! HIEP! HOERA!
Het woord "hiep" komt vanuit het Latijn. Het was oorspronkelijk HEP! HEP!
H E P is een acroniem:

H = Hierosolyma [Jeruzalem / Jeroeshalajim]
E = Est [is]
P = Perdita [verloren, vernietigd, ten gronde gericht, vergeten]

De duistere oorsprong van HIEP! HIEP! HOERA!
De vreugdekreet is al heel lang geleden ontstaan. In de periode van 117-138 A.D. regeerde de Romeinse Keizer Publius Aelius Hadrianus. Hij voerde allerlei nieuwe wetten in. Na enige tijd verbood hij het houden van de Sjabbat, evenals de Torastudie, de Briet Milah (besnijdenis) en vele andere zaken. Uiteindelijk ontzegde hij de Joden zelfs de toegang tot de stad Jeruzalem. Dit alles leidde uiteindelijk tot een Joodse opstand onder leiding van Bar Kochba (Sjim'on bar Kosiba) die door velen als de Messias werd gezien.

Alles werd nu door Hadrianus in het werk gesteld om de opstand neer te slaan en om de Joden tot onderwerping te dwingen; steden werden geplunderd, huizen werden verwoest, akkerland werd in brand gestoken en bomen werden ontworteld.
In het jaar 135 werd de Joodse opstand, die in 132 was begonnen, bloedig neergeslagen, waarbij volgens de Romeinse geschiedschrijver Dio Cassius 580.000 Joden op gruwelijke wijze omkwamen. Nadien liet Hadrianus een groot deel van Jeruzalem letterlijk met de grond gelijk maken waarna hij op de puinhopen een nieuwe Romeinse stad stichtte die hij de naam Aelia Capitolina gaf. Hij koos deze naam ter ere van de belangrijkste god van het Romeinse rijk en de stad Rome, Iuppiter Capitolinus (Jupiter) die ook wel Aelia werd genoemd. Hierdoor verdween de naam Hierosolyma (Jeruzalem) voor lange tijd. (Toen eeuwen later de Moslims de stad veroverde veranderden zij deze naam in Al Kuds dat enige gelijkenis met de Latijnse naam vertoont en dat "de heilige" betekent. De kruisvaarders hebben de naam Jeruzalem pas weer ingevoerd.)
Niet alleen werd er met de naam Jeruzalem afgerekend, maar ook met de bijbelse naam Judea. (Het woord Jood is oorspronkelijk afgeleid van het woord Judea.) Het land kreeg voortaan de naam Syria Palaestina.
Op de berg Moria liet Hadrianus een nieuwe tempel bouwen ter ere van Jupiter. Daarin liet hij een beeld van deze god plaatsen en ervoor plaatste hij een beeld van zichzelf. Op de plek waar men meende dat Golgotha lag liet hij een tempel bouwen voor Afrodite (de godin der liefde, ook Venus).

Bij zijn verschijnen voor de Romeinse Senaat gebruikte Hadrianus de woorden HEP! HEP! Om daarmee aan te geven dat Jeruzalem voor eens en voor altijd was vernietigd en verdwenen. De Romeinen waren zo blij dat Jeruzalem was gevallen dat bij het uitbrengen van een toost één persoon luid riep dan HEP! HEP! waarop de anderen reageerden met Hoera! (De vreugdekreet HOERA! Komt mogelijk vanuit het oud-Slavisch hu-raj betekent, naar het Paradijs, of voor eeuwig!)
Het Nederlandse Hiep! Hiep! Hoera! (of het Engelse Hip! Hip! Hooray!) is hiervan afgeleid en betekent dus: "Jeruzalem is gevallen voor eens en voor altijd!"
De terugkeer van de kreet in latere perioden
Eeuwen later (in de elfde eeuw) trokken de kruisvaarders uit Europa op naar Jeruzalem, waar zij enorme bloedbaden aanrichtten en de stad veroverden. Deze mensen die zichzelf "christenen" noemden wilden Jeruzalem bevrijden van de moslims en de Joden. Terwijl ze moordend hun werk deden, riepen ze elkaar toe: "Jeruzalem is verloren en mag het altijd zo zijn!" Hierbij gebruikten ze evenals de Romeinen de woorden HEP! HEP!

In de negentiende eeuw verscheen de kreet opnieuw. HEP! HEP! werd in het Duitse Rijk regelmatig gebruikt als antisemitische leuze en herleefde vooral in de periode van 1810-1820, toen het antisemitisme met name in het Duitse rijk enorm opkwam, wat resulteerde in het feit dat de Joden uiteindelijk met geweld uit verschillende steden werden verdreven. Men spreekt in de geschiedenisboeken zelfs van de "HEP! HEP! Riots", die in 1819 plaatsvonden in steden als Frankfurt, Karlsruhe, Düsseldorf, Heidelberg, Würzburg and zelfs in de Deense stad Kopenhagen.
Het ontstaan van de kreet in Nederland
Nederlandse soldaten hebben de kreet hoogstwaarschijnlijk overgenomen van Duitse medestrijders in de Slag bij Waterloo (1815). `Hiep, hiep, hoera' was toen een erg populaire strijdkreet. Het Duitse Hep! Hep! Hurra! Verbasterde tot het Nederlandse Hiep! Hiep! Hoera! (Ze hielpen daar de Britse en Pruisische legers in de strijd tegen de Franse keizer Napoleon.) Sindsdien is het niet meer weg te denken in onze taal.